Tree

voor F.

Behoedzaam loopt ze naar mij toe,
de zon brengt haar in verwarring.
Vreemde tekens op haar pad.
Haar smalle hand in de mijne.
We vinden een tafel, twee stoelen.

Ogen vol vleugels.
Wat ze ziet zal ik nooit weten,
wat haar raakt,
toets ik met kleur en muziek.
Voor altijd kind
in een wankele wereld.

Haar hand wil ik niet loslaten,
vallen vermijden
leiden langs geurig groen
langs een merellied
langs sprookjes
die niet meer bestaan.