Tree

DE SPEELDOZEN

Het was een warme dag. Sela zat op de zolder waar ze als kind zo graag speelde. Ze hoorde de klok beneden elf slaan. Haar ouderlijk huis moest ontruimd worden. Ze zocht naar de speeldoos uit haar jeugd. Veegde het zweet van haar voorhoofd. Ze wist zeker dat de doos op zolder lag. Haar moeder gooide nooit iets weg. Ze vond oude schriften waarin ze gedichten had geschreven. Gedichten over haar vader. Hij was veel weg. Zij miste hem erg. Gedichten over haar moeder die veel huilde. In de kamers beneden waren haar twee zusters, bezig alles in te pakken. Morgen zou de plaatselijke tweedehands winkel, De Ekster, de spullen komen ophalen.
Stapels dozen stonden er langs de vier wanden van de zolder. Ze moest zorgen dat het speeldoosje niet werd weggegeven. Haar collectie was pas compleet als ze de doos uit haar jeugd gevonden had. Ze kon de melodie nog neuriën. Het was een kinderliedje uit Zwitserland. Daar is ze veel later achtergekomen. Ze was met haar man, Bob, op vakantie in de Jura.
Op een wandeltocht kwamen ze op een zonnige morgen een schoolklas tegen. De kinderen zongen háár melodie. Het muziekje waarmee ze als kind elke avond in slaap viel. Ze sprak de schooljuffrouw aan en tot haar verrassing zongen de kinderen het liedje nog een keer.

Wen ig kei Gäld me ha
So weis i, was i teu:
I lege der Chatz es Schalleli a
Und verchoufe se fur ne Chue.

Ze noteerde ter plekke de tekst en met tranen in haar ogen bedankte ze de kinderen. In het hotel vertaalde ze het liedje:

Als ik helemaal geen geld meer heb
Dan weet ik wat ik doe
Ik doe de kat een belletje om
En verkoop haar als een koe.

De hele vakantie speelde het liedje in haar hoofd. Af en toe zong ze het voor Bob, die elke keer weer moest lachen als ze met een lange uithaal cheueueueueu eindigde, om daarna onverwachts nog ping-pingeling-ping-ping-ping’, aan het liedje toe te voegen. Na een paar keer kon Bob het liedje dromen. Hij zong het als ze naar bed gingen. Met het slot: ping-pingeling-ping-ping-ping. Het was een eenvoudig pentatonisch liedje in driekwartsmaat. Licht van toon.
Op haar vierde verjaardag had ze het muziekdoosje van haar vader en moeder cadeau gekregen. Elke avond nadat een van haar ouders haar had voorgelezen, openden ze het doosje. Het deuntje klonk driemaal. Voordat de laatste ping  had geklonken sliep ze.
Sela pakte een houten kist. Deed haar open en hield haar adem in. Daar lag het. Haar speeldoos. Met trillende handen haalde ze het uit de kist. Deed het open. Het wijsje klonk vrolijk als altijd. In de doos zat een krantenknipsel. Met ballpoint had iemand in de kantlijn, een datum genoteerd; zaterdag 15 mei 2004.
Het was een oproep: wie kan mij de tekst bezorgen van een speeldoosdeuntje. De tekst gaat over een kat die als koe verkocht wordt. Bel: 020-6411532 Sela deed het doosje dicht. Stopte het knipsel in haar broekzak. 2004, dat was twee jaar geleden. Ze was laat thuis, want haar zusters wilden per se vandaag alles afronden. Liever was ze naar huis gegaan, maar ze wilde haar zusters te vriend houden. Ze hadden al altijd mot over vader. Haar zusters beweerden dat vader een vriendin had. Sela verdedigde haar vader door dik en dun. Vader met zijn guitige groene ogen. Altijd vrolijk. Ze miste hem vaak. Sela pakte een glaasje, schonk het tot de rand vol met rode port. Nam een slok. Ze had trek, maar wilde eerst bellen. Ze scheurde een zak zoute pinda’s open en nam een handvol. Terwijl ze naar de huiskamer liep, kauwde ze de hand pinda’s weg. Nam nog een slok port. Veegde haar handen aan haar stoffige t-shirt. Belde het nummer dat op het krantenknipsel stond. De telefoon ging over, maar er werd niet opgenomen. Op het moment dat Sela overwoog op te hangen, hoorde ze een donkere stem: Met Anneke Weber. Sela vertelde dat ze het krantenknipsel gevonden had. Ze wou het liedje zingen. Het was stil aan de andere kant. Toen zei Anneke Weber: Ik luister. Sela zong. Ja! Dat is het,  klonk het enthousiast. Ik heb ook een speeldoos met de melodie, zal ik dat ook laten horen? Sela deed de doos open en hield de hoorn er tegenaan. Nadat Sela de doos weer had dichtgedaan, bleef het even stil aan de andere zijde. Sela zette de telefoon aan haar andere oor. Ging verzitten en schoof de doos heen en weer over de tafel. Toen er nog geen geluid kwam van de overkant, begon ze te vertellen, hoe ze in de Jura een schoolklas het lied had horen zingen. Sela hoorde een diepe zucht. Ze hield op met praten. Anneke vroeg waar Sela de doos had gekocht. Het is een cadeau van mijn ouders. Anneke wilde Sela ontmoeten. Ze had nog vele vragen.

De klok in café Café sloeg elf uur. In het gele licht zaten twee vrouwen van middelbare leeftijd. Sela zwierig, kleurig gekleed, Anneke, sober strak, in aarde tinten. Beide vrouwen waren rijzig van gestalte. Ze hadden dik blond haar. Grijzend aan de slapen. Een scherp profiel. Groene ogen met een bruin randje om de iris.
Anneke bestelde een espresso, Sela een cafe au lait. Anneke vertelde dat ze een speeldoos cadeau kreeg op haar vijfde verjaardag. Ze kreeg het van haar moeder en oom Hans. Samen zongen ze het liedje van de koe en de kat voor haar. Ze kon het niet verstaan, maar oom had het voor haar vertaald. Oom kwam vaak langs en hij bracht altijd een cadeau voor haar mee. Toen Anneke achttien werd, vertelde moeder dat haar oom geen echte oom was. Hij was haar vader. Op Anneke s vraag waarom Hans dan niet bij hen woonde, kwam het onthutsende antwoord: Hij had elders een vrouw en kinderen.
Vanaf dat moment wilde Anneke Hans niet meer zien. Ze ging op kamers wonen. Haar moeder zag ze zelden of nooit. Na het overlijden van haar moeder, vond ze de muziekdoos op haar moeders nachtkastje. In de doos zat een nota van 2 mei 1960:
1 speeldoos serienr. 150671............fl. 15,95
Totaal ..............................................fl. 31,90

Na een diepe zucht wees Anneke naar hun koud geworden koffie. Zal ik bestellen?
Sela schudde van neen. Ze haalde diep adem. Pakte haar tas. Maakte haar tas open. Keek Anneke aan. Anneke opende ook haar tas. Knipperde met haar ogen. Tegelijk haalden ze hun muziekdoos uit de tas. Legde haar ondersteboven op tafel. Anneke pakte de oude nota en streek hem glad. Ze schoof hem naar Sela. Sela las de cijfers van haar doos hardop.150672.
Anneke las haar nummer niet. Ze schoof haar doos naar Sela en fluisterde: 150671.